Berenloop Terschelling 2018
In het eerste weekend van november stond alweer mijn zevende marathon op de agenda. Na New York, Soest, Leiden, Amsterdam (2x) en Rotterdam was het nu de beurt aan de marathon van Terschelling, ook wel bekend als de Berenloop.
We hadden er een lang weekend Terschelling van gemaakt. Sander liep de halve marathon, Lianne de tien kilometer en Judith en Florien waren mee voor de support.
Uiteraard hadden we fietsen gehuurd om de dag van tevoren het prachtige eiland te verkennen.
En wij waren niet de enige fietsers ;-)
De route van de Berenloop voert over het hele eiland Terschelling, van West naar de Boschplaat en weer terug, door de polder, de duinen, het bos en over het strand. Start en finish zijn op West, onder de Brandaris. De combinatie van de hoogtemeters in de duinen en het mulle zand van het strand maken de Berenloop tot een uitdagende marathon.
Iets voor 12:40 uur stonden circa 600 deelnemers aan de voet van de Brandaris voor de start van de 42,195 km. Er stond een gematigd windje uit het zuiden, een zonnetje die probeerde door te breken, en een temperatuur van circa 9˚C. Ideale omstandigheden voor een stukje hardlopen!
Vanuit het dorp West-Terschelling vertrok ik in oostelijke richting. Ik kwam al snel in een mooi constant tempo van 12,4 km/h met een hartslag van rond de 150 bpm. Na zo’n drie kilometer passeerde ik ons huisje op het eiland en werd ik aangemoedigd door mijn supporters.
De eerste helft van de marathon liep langs de zuidkant van het eiland langs Midsland, Hoorn en Oosterend. Dit deel van de marathon ging over de verharde hoofdweg van het eiland.
Vanaf Oosterend sloegen we na circa 15 km het duingebied in. Vanaf hier begon het parcours wat te glooien, maar ik kon mijn snelheid goed vasthouden. Mijn hartslag liep maar iets op.
De tweede helft van de marathon voerde door het duingebied aan de noordkant van het eiland, waardoor de matige wind uit het zuiden maar weinig invloed had.
Vanaf 23 kilometer kwam ik aan in het Hoornsebos, een mooie afwisseling van het prachtige Terschellingse landschap.
Het lopen ging heerlijk en onderweg kon ik zelfs foto’s maken en mijn locatie delen met mijn supporters. In WhatsApp las ik dat mijn broertje inmiddels zijn halve marathon had afgerond met een nieuw PR! Nadat ook Lianne de dag ervoor een PR had gelopen op de 10 km!
Bij kilometerpunt 31 trof ik weer mijn supporters, opgesteld in de buurt van een vrolijke fanfare band. Een welkome aanmoediging! Ik was mij immers mentaal aan het voorbereiden op het stuk over het strand tussen de 33 en 36 km.
Via een klim over de duin en door het mulle zand kwam ik aan op het strand. Ik kwam snel weer in mijn tempo en ik voelde mij super goed. Ik passeerde meerdere hardlopers, die het stukken moeilijker hadden. Drie kilometer over het strand en ik hield mijn snelheid boven de 12 km/h.
Na het 36 km punt verlaatte ik het strand weer en werd ik wederom aangemoedigd door mijn supporters. Het einde van de marathon was in zicht. Met het strand-obstakel achter mij begon ik na te denken over mijn PR van 3:28:30. Ik voelde mij goed en ik verhoogde mijn tempo.
De laatste kilometer liepen door het Donkere Bos richting de finish de West-Terschelling. Nog maar een paar kilometer. Aan de rand van het dorp trof ik nogmaals mijn supporters en ik zette de eindspurt in.
De laatste bochten door de smalle straatjes van West-Terschelling en daar passeerde ik de finish met een nieuw PR van 3:24:59! Een prachtig resultaat na een prachtige loop!
En voor de liefhebber; de Strava output.
Amsterdam Marathon 2015
Nog nooit had ik de marathon in mijn eigen woonplaats gelopen. Aangezien het dit jaar de 40e editie was, vond ik het tijd om mee te doen aan de Amsterdam Marathon 2015. Dit was mijn vierde marathon en ik had mijzelf ten doel gesteld om sneller te lopen dan drieënhalf uur.
Ik had een goed trainingsprogramma achter de rug en mijn laatste lange run van 33 km, drie weken voor de marathon, was mij zeer goed bevallen. Die loop hield ik een mooi constant tempo van 12,3 km/h vast en na afloop van die 33 km had ik nog voldoende over. Dit gaf mij goed vertrouwen. De laatste dagen voor de marathon had ik last van een kleine verhoudheid, die gelukkig niet doorzette.
Het mooie van de Amsterdam Marathon is dat ik op mijn fiets naar de startlocatie kon rijden. Ik kon mijn fiets en rugzak achterlaten bij een vriendin in de buurt, waarna het nog een kleine kilometer lopen was naar de start. Rondstreeks 9.00 uur was ik aangekomen in het Olympisch Stadion. Nog een halfuur tot de start.
Wachten in het startvak
Ik stelde mij op in het startvak voor lopers met een streeftijd tussen de 3:00 en 3:30 uur. Er hing een mooie sfeer met ruim 12.000 marathonlopers bijeen in één stadion. Ik voelde een gezonde wedstrijdspanning, van mij mocht het wel beginnen. Alles was in orde; sporthorloge stond aan, vier gelletjes in de zakken van mijn shirt, veters goed gestrikt en oordopjes in om naar mijn podcast te luisteren.
Om 9.30 uur klonk het startschot en liep het stadion onder aanvoering van de Kenianen en Ethiopiërs leeg. Ruim twee minuten later passeerde ik de startlijn en begon mijn marathon. Ik dwong mijzelf om rustig te beginnen. Focus op een lage hartslag en niet veel harder dan 12 km/h beginnen. Ik schakelde mijn podcast in en kwam al snel in een goed tempo.
Tijdens mijn trainingen heb ik altijd naar podcasts geluisterd om de tijd te doden. En dit beviel mij altijd zeer goed. Daarom had ik besloten om ook tijdens de marathon naar podcasts te luisten en zo die drieënhalf uur nog een beetje aangenaam te maken. En zo heb ik tijdens mijn marathon heerlijk geluisterd naar Nova Squadron Radio, een podcast over X-Wing Miniatures Game tactieken.
Parcours Amsterdam Marathon 2015
De eerste 2 km (mijn vertrouwde autolap afstand) gingen in 9:41, iets sneller dan het geplande schema. De benen voelden goed. Hartslag gemiddeld 155 bpm, wat ik niet verkeerd vond voor een wedstrijd. Ik bleef focussen op rustig mijn eigen tempo lopen, hartslag niet te hard op laten lopen. En ook de volgende 2 km gingen in 9:41. Mooi vlak. Zo hadden we het Vondelpark achter ons gelaten en sloegen we rechtsaf om onder het Rijksmuseum door te lopen. Prachtige stukken Amsterdam.
De volgende kilometers gingen door Oud-Zuid richting de Amsterdamse Zuidas. Mijn volgende twee autolaps gingen in 9:27 en 9:42. Ik lag dus al iets voor op schema. Tijd om wat rustiger aan te doen. Via de Rivierenbuurt kwamen we aan bij de Amstel. De koplopers van de marathon waren reeds aan de overkant aangekomen, en hadden dus al 10 km voorsprong. Lopende langs de Amtel viel op hoe gunstig de weersomstandigheden waren; er was geen wind, een heerlijk koele temperatuur en een nauwelijks merkbare miezerregen. Prima loopweer. Lopende langs de Amstel genoot ik van mijn podcast. Het keerpunt bij Ouderkerk aan de Amstel en niet veel later was ik bij het halverwege punt. De eerste 21,1 km gingen in een mooie 1:44:37.
Na de Amstel volgde het saaiere stuk van de marathon over het industrieterrein en door Duivendrecht. Hier stond toch een stuk minder publiek langs de route. Echter deed dit niets ten nadele van mijn moreel en zo bereikte ik kilometerpunt 30. En ik voelde me nog zeer goed. In Watergraafsmeer werd ik vervolgens uitbundig aangemoedigd door dochter, vrouw, broertje en zijn vriendin.
Passage na 33 km
Zo langzamerhand begon ik het punt te naderen waar ik de man met de hamer wel eens tegen zou kunnen komen. Het stuk over de Mauritskade en Stadhouderskade tussen de 35 en 37 km kent twee hoogteverschillen, waar ik van tevoren tegenop keek. Mocht de tegenslag komen, dan moest het daar zijn. Bovenop de Toronto-brug naast het Amstel Hotel aangekomen, was de man met de hamer nergens te bekennen. Ik voelde mij zeer goed. Tijd om wat extra gas te geven.
De laatste kilometers over de Stadhouderskade, langs het Rijksmuseum en door het Vondelpark gingen super. Ik kon mijn tempo steeds verder verhogen. Bij kilometerpunt 40 in het stadspark schakelde ik over op een rock nummer op mijn iPhone voor de laatste twee kilometers. Ik vloog naar de finish en haalde vele lopers in.
Een mooie eindsprint
Vlak voor het doek van de laatste kilometer werd ik weer aangemoedigd door dochter, vrouw en een vriendin. De finish was vlakbij. Onder het 500m doek door en vervolgens rechtsaf het Olympisch Stadion in. De laatste ronde over de atletiek baan was een ware triomftocht. Met een tijd van 3:28:31 (officiële tijd) liep ik over de finishstreep. Ruim onder mijn streeftijd en een dikke verbetering van mijn oude PR. Ik voelde mij echt super door de goede opbouw van de marathon met een negatieve splits. De tweede helft van de marathon ging in 1:43:54 oftewel 43 seconden sneller dan de eerste helft.
Voor de liefhebber nog even de statistieken: Garmin Connect en Strava.
Ronde van Vlaanderen 2015
Om 7:10 uur stond ik samen met Erik-Jan, Robin en Sander op de Markt in Brugge. Vol goesting keken wij uit naar de komende 240 kilometer, de kasseienstroken en beklimmingen als de Koppenberg, de Oude Kwaremont en de Paterberg. We startten net na zonsopkomst zodat we zonder verlichting konden rijden en niet ten prooi konden vallen aan de controles van de Vlaamse gendarmes. De zon was echter verscholen achter een dik wolkendek. Het miezerde licht.
We lieten Brugge achter ons en reden in zuidelijke richting. We hadden de noordoostelijke wind in onze ruggen. De motregen zette zich om in een volwaardige regen. Het water kwam van boven en van de banden van de voorganger. Het duurde niet lang of het hele peloton was doorweekt. De temperatuur bedroeg circa 1˚C.
Na 59 km was de eerste bevoorrading. Iedereen stond rillend en klappertandend te kauwen op een wafel of een stuk banaan. De noodzakelijk koolhydraten aanvullen voor de rest van de tocht, maar vooral om het lichaam warm te houden. Plassen met een rechte straal was door alle rillingen niet mogelijk.
Afzien
Weer op de fiets liet ik het klappertanden ongegeneerd toe. Het gaf een beetje warmte. De cadans wat hoger dan normaal om de benen enigszins warm te houden. Af en toe leek het minder te gaan regenen, maar dat was slechts schijn. We keken reikhalzend uit naar de eerste beklimming, dat moest wel zorgen voor wat warmte.
De Tiegemberg was de eerste van de zestien beklimmingen van de dag. Na 91 km fietsen lag deze relatief makkelijke klim, 750 meter lang en keurig geasfalteerd. Er kwam weer een beetje warmte in de spieren. Vlak na het klimmetje was de tweede bevoorrading. We zagen er niet al te best uit. De gezichten onder de modder en nog steeds rillend van de kou.
Na deze bevoorrading veranderde de omgeving. We verlieten de doorgaande wegen en draaiden de smalle landweggetjes op. Typisch Ronde van Vlaanderen. Hier splitste de groep op. De goed getrainde Erik-Jan en Robin gingen er samen vandoor. Sander en ik reden gezamenlijk ons rustigere tempo.
En zo kwamen we ook terecht bij de eerste kasseienstroken. De eerste twee waren nog vrij kort (700 en 400 meter in lengte). Al vrij snel had ik wel door plezier te hebben in het rijden over kasseien. In een goed tempo reed ik over de nog natte steentjes.
Concentratie
De volgende beklimming was de Wolvenberg. Deze was al wat pittiger met een gemiddeld stijging van 7,9% met een maximum van 17,3%. De klim werd snel opgevolgd door twee kasseigenstroken, nu van 700 en 1200 m in lengte. We hadden er nu circa 130 km opzitten en het begon nu eindelijk droog te worden.
Na een haakse bocht rechtsaf begon plotseling de beklimming van de Molenberg. Ik kon gelukkig snel terugschakelen naar de juiste versnelling voor deze klim met kasseien gelegde weg. Even na deze klim kwam de eerste serieuze kasseienstrook, de 2300 meter lange Paddestraat. Ik was helemaal in mijn element.
Hierna was het tijd voor alweer de derde bevoorrading. De organisatie had alle bevoorradingen goed georganiseerd. Er was volop keuze in eten en drinken. Rozijntjes en wafels waren wel mijn favoriet. De kleren begonnen weer droog te worden en het moreel begon duidelijk toe te nemen. Met nog minder dan 100 kilometer te gaan, begon de finish in zicht te komen. Nog wel dertien beklimmingen te gaan.
Na de bevoorrading volgde de Haaghoek kasseienstrook. Een glooiende kasseienstrook met een lengte van 1900 m. Dit was de kasseienstrook waar Fabian Cancellara de week ervoor ten val kwam. Een dubbel gevoel, daar ik dit een van de mooiste kasseienstroken van de Ronde vond. De kasseienstrook ging vloeiend over in de beklimming van de Leberg. Binnen de volgende twintig kilometer volgden nog drie klimmen, te weten de Berendries, de Valkenberg en de Eikenberg.
Gezamenlijk de Eikenberg oprijden
Na de vierde bevoorrading stond de befaamde Koppenberg op ons te wachten. Deze klim was al van een afstand goed te zien. De spanning steeg. We draaiden linksaf en de klim begon. Kasseien, 500 m in lengte, gemiddelde stijging van 9,4% met een maximum van 22%. De kasseien waren bedekt met natte modder. Al snel merkte ik dat mijn achterwiel slipte. Ik keek omhoog en zag dat er gelopen werd, file op de Koppenberg. Ik sloot achteraan de file en moest wel te voet verder gaan. Glibberend met de fietsschoenen op de natte kasseien kwamen we uiteindelijk boven.
Modder op de Koppenberg
We vervolgden onze weg en namen de Marriaborrestraat kasseienstrook van 2000 meter. Deze liep over in de beklimming van de Steenbeekdries, welke snel werd opgevolgd door de Taaienberg. Dit was zeker een taaie klim met een stijgingspercentage tot 16%. Het schoot nu lekker op. De finish was nog slechts 50 km van ons verwijderd.
In het gootje op de Taaienberg
In de volgende 15 km beklommen wij achtereenvolgens de Kaperij, de Kanarieberg en de Kruisberg. Hiermee kwamen we aan bij de laatste bevoorrading. Onze laatste pauze voor de laatste drie beklimmingen, waaronder de Oude Kwaremont en de Paterberg.
Maar eerst hadden we nog de beklimming van de Karnemelkbeekstraat, een relatief makkelijke klim in vergelijking tot de laatste twee. Met nog 20 km tot de finish begonnen we aan de Oude Kwaremont. Dit is eigenlijk een veredelde kasseienstrook van 2000 meter lang, een gemiddelde stijging van 4% uitlopend tot 12%. Een fantastische ervaring om over deze befaamde strook te rijden.
Een paar kilometer later lag dan de laatste beklimming op ons te wachten. De net zo befaamde Paterberg. Kort maar krachtig. Slechts 400 meter lang, maar gemiddeld 13% tot maximaal 20% stijgen. De weg was droog en ik kwam in mijn eigen rustige tempo keurig boven.
Bedwingen van de Paterberg
De laatste 16 km waren vlak. Wind tegen, maar dit hinderde niet meer. We roken de finish. We reden Oudenaarde binnen en passeerden de finish voor de prof wielrenners. Een mooi moment. De finish voor de toertocht lag twee kilometer verder aan de andere kant van het dorp. De markt van Oudenaarde was al lekker druk met wielertoeristen.
Na ruim 240 km kilometer passeerden we de finish. Het was een zware maar mooie Ronde van Vlaanderen. Regen, kou, kasseien en beklimmingen. Prachtige ingrediënten voor een heroïsche tocht. Bij elkaar hebben we 9:51 uur op de fiets gezeten, een kleine 11 uur inclusief de pauzes.
Voor meer analyses van de tocht zie mijn Garmin en Strava output.
Impressie van een drietal beklimmingen
Die kan wel een schoonmaakbeurt gebruiken
Etna beklimmingen
Begin juni was ons gezinnetje een weekje op vakantie in Sicilië. We verbleven aan de voet van de nog steeds actieve vulkaan Etna. In de Giro d’Italia van 2011 was de beklimming van de Etna opgenomen in het parcours. Alberto Contador won de etappe en het eindklassement, althans voordat de CAS hem zijn uitslagen had ontnomen (wiki). Voor mij blijft Contador de winnaar. Desalniettemin, het leek mij een fantastische uitdaging om de Etna op te fietsen. Prachtig om startend vanaf zeeniveau deze machtige vulkaan op te rijden.
Reeds thuis had ik al wat hoogteprofielen van de Etna beklimmingen bekeken. De Etna is te beklimmen vanaf meerdere kanten, met verschillende moeilijkheidsgraden. Via climbbybike.com kwam ik een klim tegen van 30 km die je bracht van 600 meter hoogte tot 3150 meter hoogte, tot aan de rand van de krater. De laatste kilometers op het hoogteprofiel zagen er duizelingwekkend uit. Ter plaatse in Sicilië heb ik mij beter kunnen voorbereiden op de klim. Hier kwam ik er achter dat het laatste stuk van de Etna-klim (vanaf circa 1900 meter hoogte) bestond uit een onverharde weg. Alleen geschikt voor mountainbikes. Ik heb (nog) geen ervaring met mountainbiking, dus heb ik afgezien van deze route. Onder de Siciliaanse zon heb ik vervolgens twee mooie routes uitgestippeld. Routes wel geschikt voor de wegfiets; één beklimming van de zuidkant van de Etna en één beklimming van de noordkant.
Nadat de routes waren uitgestippeld, moest ik op zoek gaan naar een geschikte fiets. Ik had mijn eigen fietsschoenen, helm, bidons en reservebandjes meegenomen. Mijn eigen fiets meenemen vond ik te onhandig. De zoektocht voor een huurfiets ging gemakkelijk. Ik ben uitgekomen bij rentbike.it, een fietsverhuurder aan de oostkust van Sicilië, vlak bij onze vakantielocatie. En wat bleek, ze kwamen de huurfiets netjes afleveren en na afloop weer ophalen bij ons appartement. Voor een keurige 44 euro heb ik voor twee dagen een aluminium racefiets gehuurd. De carbon fiets was helaas niet meer beschikbaar in mijn maat. Het was een prima fiets met een Shimano 105 derailleur. Voor 50-34. Achter 11-28. Ik was klaar voor de beklimming van de Etna.
Een prima huurfiets
Dag 1: Stazzo – Rifugio Sapienza
Daar ik de fiets voor twee dagen had gehuurd, wilde ik de Etna aan twee verschillende kanten beklimmen. Vandaag stond de beklimming van de zuidkant op het programma. De route van deze dag startte in het plaatje Stazzo, waar wij verbleven. Stazzo is heel klein havenplaatsje aan de Ionische Zee. Dus een start vanaf zeeniveau. Het eindpunt van de route was Rifugio Sapienza, waar ook de finish was van de Giro etappe in 2011. Rifugio Sapienza ligt op een hoogte van 1921 meter, een mooi verschil om te overbruggen.
Ik vertrok naast de kerk in het haventje van Stazzo en het ging eigenlijk gelijk omhoog. Geen extreme stijgingspercentages, maar wel echt klimmen. Via mooie landweggetjes reed ik via Guardia, langs Linera en Santa Veneria naar Zafferana. Af en toe moest ik Google Maps op mijn telefoon raadplegen om te zien of in nog op de goede weg zat. Zafferana was het beginpunt van de echte klim, althans volgens climbbybike.com. Ik had er echter al 600 hoogtemeters op zitten.
De klim van Zafferana naar Rifugio Sapienza gaat over een afstand van 18 kilometer van circa 600 meter hoogte naar 1921 meter hoogte, 1300 hoogtemeters met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,2%. Het was een prachtige klim. Vulkaangrond is vruchtbare grond en dat was te zien. Veel prachtige bomen en planten. Maar ik reed ook door open stukken met zwarte lava. Vrijwel ieder jaar laat de vulkaan wel een uitbarsting zien. De sporen van de laatste grote uitbarsting in 2001 waren duidelijk zichtbaar.
Aangekomen in Rifugio Sapienza
Na circa 2 uur en 19 minuten (vanaf Stazzo) was ik boven aangekomen bij Rifugio Sapienza. De klim vanaf Zaffarana heb ik afgelegd in 1:41:59, wat goed is voor de 36e tijd uit 96 Strava gebruikers (segment). Een prima resultaat voor een ongetrainde wielrenner. Na het fotomoment van de fiets en de rifugio was het tijd om weer af te dalen. De afdaling ging fantastisch. Goed asfalt en overzichtelijke bochten. Ik heb vele auto’s ingehaald en drie kwartier later was ik al weer terug in Stazzo. Een lekker Italiaans biertje stond klaar na deze eerste etappe.
Voor meer analyses van deze eerste beklimming zie mijn Garmin en Strava output.
Dag 2: Linguaglossa – Milo
De tweede dag wilde ik de noordkant van de Etna bedwingen. Hiervoor ging ik per auto samen met mijn supporters naar het plaatsje Linguaglossa aan de voet van de Etna, gelegen op circa 600 meter boven zeeniveau. De top van de klim lag bij Restaurante Monte Conca, wat in de winters veel gebruikt word door wintersporters. Het restaurant ligt op een hoogte van 1788 meter. Ook deze klim heeft een lengte van 18 km, waardoor het gemiddelde stijgingspercentage uitkomt op 6,5%. De klim aan deze kant is echter een stuk minder regelmatig en de stijgingspercentages lopen op tot 12%.
Klaar voor vertrek. Links op de achtergrond de Etna
Het was een warme dag, de temperatuur bedroeg circa 24°C, het was onbewolkt en de zon scheen fel. Daar Linguaglossa aan de voet van de Etna ligt, begon ik gelijk met klimmen. De stijgingspercentage deze eerste kilometers vielen mee en ik kon een prima tempo rijden, circa 14 – 15 km/u.
Een mooie dag om te fietsen
Ik was blij dat ik na een paar kilometers klimmen tussen de bomen kwam te rijden, om hier zo veel mogelijk de schaduw te kunnen opzoeken. Het was heerlijk rustig klimmen zo tussen de bomen. In tegenstelling tot de zuidkant van de Etna komen hier nauwelijks toeristen. Vrijwel de enige auto die ik zag, was die van mijn supporters.
De schaduw tegemoet
Na circa 14 kilometer klimmen kwam ik bij een driesprong, waar mijn beoogde route rechtsaf ging. Het stijgingspercentage schoot omhoog. Werk aan de winkel. Ik passeerde een open strook waar enkele jaren geleden de lava nog rijkelijk had gestroomd. De asfaltweg was opnieuw aangelegd tussen grote heuvels zwart gesteente.
Toen kwam ik terecht bij een zeer steil stuk. Volgens Strava was het een segment van een halve kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 12%. Het leek wel de Mont Ventoux zo tussen te bomen. Het levert in ieder geval het volgende mooie vierluik op.
Lekker klimmen
Na circa één uur en 25 minuten klimmen bereik ik Restaurante Monte Conca. Samen met mijn supporters drink ik een lekkere espresso en geniet van de zon. En dan is het weer tijd om te gaan afdalen. Om meer van de omgeving te kunnen zien, had ik ervoor gekozen om niet via dezelfde weg af te dalen, maar op de terugweg af te buigen naar het oosten om uit te komen in het dorpje Milo. Dit was de juiste keuze, want de afdaling ging door prachtige landschappen met zwart lava.
Afdalen tussen het lava
Als ik aankom in Milo heb ik er weer een fantastische etappe op zitten. Het was de moeite waarde om de Etna van beide kanten te beklimmen, daar beide klimmen iets anders te bieden hebben. Na het inladen van de fiets in de auto en de rit terug stond er weer een heerlijk Italiaans biertje op mij te wachten .
Voor meer analyses van deze tweede beklimming zie mijn Garmin en Strava output.
Huizen Triathlon 2013
Vandaag was mijn eerste deelname aan een triathlon. Om voor de eerste keer kennis te maken met deze discipline had ik mij ingeschreven voor de kwart triathlon in Huizen. Op het programma stond 1 km zwemmen, 40 km fietsen en 10 km hardlopen. De laatste twee onderdelen heb ik al goed onder de knie. Geen ervaring had ik met zwemmen in open water. Ook keek ik met spanning uit naar de wisselzones.
Het weer was fantastisch met een temperatuur van rond de 20°C, zonnig en een stevige noordoostenwind. En zo begon ik met de voorbereidingen. Allereerst naar de tweede wisselzone om daar mijn hardloopsokken en -schoenen klaar te leggen voor de overgang naar het laatste onderdeel. Vervolgens naar de eerste wisselzone voor het klaarzetten van mijn fiets, helm, fietsschoenen, fietsshirt en rugnummer. Er waren genoeg ervaren triathleten die nog wat laatste tips konden uitdelen. Ik was er helemaal klaar voor.
Zwemmen
Om 12.30 uur stond iedereen klaar voor de start van het zwemonderdeel. Eerst werd de spanning goed opgebouwd met muziek uit Carmina Burana. Een heus kanon zorgde voor het startschot en het hele veld snelde zich het Gooimeer in.
Start van zwemonderdeel in het Gooimeer
Het zwemparcours bestond uit twee ronden van 500 m. Onervaren met zwemmen in open water, wist ik niet wat me overkwam. De stevige wind zorgde voor een flinke golfslag. Ik vond het lastig om goed op adem te komen. En ik was niet de enige, alle hoest en proest geluiden om mij heen horende. Al snel besloot ik dat ik met schoolslag het beste de golven kon bedwingen. Ik kwam spoedig weer goed op adem. Bovendien hield ik met de schoolslag goed zicht op de boeien en kon ik zo goed koers houden. Met lange slagen kon ik het tempo van andere zwemmers om mij heen redelijk volgen.
Bij het verlaten van het water
Na 23:39 kwam ik uit het water. Met deze tijd was ik best tevreden. Prima tijd voor de eerste keer zwemmen in open water. Al het water uitkomende, wist ik snel het bovenstuk van mijn wetsuit uit te trekken om mij vervolgens naar de eerste wisselzone te snellen.
Fietsen
De eerste wissel ging redelijk voorspoedig. Mijn wetsuit kreeg ik vrij snel uit. Vervolgens de fietshelm op. De voeten enigszins drogen en fietsschoenen aan. Daar ik nog geen triathlonpakje heb, had ik ervoor gekozen om mijn fietsshirt pas na het zwemmen aan te trekken. Dit kost dan misschien vijf seconden, maar ik had een mooi droog shirt aan. De zakjes van het fietsshirt waren bovendien gevuld met een paar gelletjes, zonnenbril en reserve binnenbandjes. Na 2:19 in de wisselzone zat ik in het zadel.
Aantrekken fietsshirt in eerste wisselzone
Fietsen is verreweg mijn beste onderdeel van de triathlon en dat merkte ik snel. Aan de lopende band haalde ik weer mensen in. Ik zat meteen in een goed ritme en wist een goede snelheid te genereren. We reden een mooie rondje van 40 km door de polders van Flevoland. De wind was stevig maar dat mocht te pret niet drukken. Om de acht kilometer registreerde mijn Garmin horloge een auto-lap. De snelheid per auto-lap varieerde afhankelijk van de wind, maar alle vijf auto-laps gingen in een mooi tempo: 35,5 – 32,8 – 36,7 – 34,1 – 33,2 km/h.
Volgens de officiële tijdregistratie ging mijn fietsonderdeel (inclusief eerste wisselzone) in 1:12:28. Puur de 40 km fietsen ging in 1:10:03, goed voor een gemiddelde snelheid van 34,3 km/h. Voor de liefhebber nog even de statistieken van het fietsonderdeel: Garmin Connect.
Hardlopen
De tweede wisselzone was op de atletiekbaan van AV Zuidwal. Mijn toegewezen wisselplek was precies aan de andere kant van plek van binnenkomst. Dit betekende eerst nog circa drie honderd meter hardlopen op SPD-SL fietsschoenen, om vervolgens de fiets op te hangen en de helm afzetten. Ik had er voor gekozen toch wel sokken aan te doen, daar ik nog niet eerder met blote voeten in hardloopschoenen had gelopen. Toch ging aantrekken van sokken en hardloopschoenen (gewone veters) nog redelijk snel.
De tweede wissel ging in 3:51 en dat is inclusief 500 m lopen in, uit en over de atletiekbaan. Gecorrigeerd voor de het lopen was ik circa 1:20 bezig met het echte wisselen.
De eerste honderd meters lopen, voelde ik mijn onderrug. Niet vreemd na ruim een uur op de tijdritfiets. Dit ging gelukkig snel voorbij en ik kwam gelijk in een goed ritme. Hartslag kon ik mooi onder het omslagpunt houden. Het lopen ging heerlijk. Om de twee kilometer registreerde mijn Garmin horloge een auto-lap. Een mooie opbouw de eerste vier auto-laps van 2 km: 12,2 – 12,4 – 12,4 – 12,7 km/h. Met de eindstreep in zicht kon ik op het eind bovendien nog goed versnellen.
Volgens de officiële tijdregistratie ging mijn looponderdeel (inclusief tweede wisselzone) in 44:04. Volgens mijn GPS meting was de afgelegde afstand in de wisselzone én de looproute bij elkaar slechts 8,9 km (i.p.v. beloofde 10 km). Exclusief de 1:20 voor de tweede wissel, bedroeg mijn loopsnelheid gemiddeld 12,5 km/h. Voor de liefhebber nog even de statistieken van het looponderdeel: Garmin Connect.
De laatste meters voor de finish
De eindtijd voor mijn eerste kwart triathlon is een mooie 2:20:10 (officiële tijdregistratie). Hiermee bleef ik ruim onder mijn streeftijd van twee en een half uur. Ik begrijp nu goed waarom triathlons verslavend kunnen zijn. Het was een fantastische ervaring, welke ik zeker nog eens wil herhalen. Er is nog voldoende te verbeteren, zeker bij het zwemonderdeel en de wissels.
Voldoening na afloop van mijn eerste kwart triathlon